3.1.3 Provinciale heffingen

3.1.3.2 Ontgrondingenheffingen

De Ontgrondingenheffing is een heffing voor het ontgronden zoals bedoeld in artikel 21f van de Ontgrondingenwet. De heffing is bedoeld om de kosten te dekken van schadevergoedingen en van onderzoek als er onverwachte schade bij ontgrondingen ontstaat. De heffing wordt alleen geheven bij grote ontgrondingen waarbij daadwerkelijk kans op schade is.

De heffing vindt haar grondslag in de Heffingsverordening ontgrondingen provincie Utrecht 2002. Provinciale Staten stelden de verordening vast op 25 februari 2002. Deze verordening trad met ingang van 1 mei 2002 in werking. De verordening is voor het laatst gewijzigd bij besluit van Provinciale Staten van 31 oktober 2011. Als dat nodig is, wordt de verordening aangepast aan de hand van actuele ontwikkelingen.

De ontgrondingenheffing is € 0,04 per kubieke meter stoffen waarvoor een (wijziging van een) vergunning of machtiging is verleend.
Wij leggen deze heffing alleen op voor ontgrondingen met hoeveelheden boven de 10.000 m3.

De opbrengst is jaarlijks sterk wisselend en is afhankelijk van de omvang van de ontgrondingen in dat jaar. In de Begroting 2023 is de gemiddelde opbrengst geraamd op € 10.000.
De werkelijke opbrengst in 2023 was € 1.920.

Voor de ontgrondingenheffing geldt dat het tarief maximaal kostendekkend mag zijn. In 2023 zijn geen kosten gemaakt voor schadevergoedingen en onderzoek. Om die reden wordt de totale opbrengst van de ontgrondingenheffing ondergebracht in de voorziening Ontgrondingenheffing. Met deze voorziening kunnen we toekomstige kosten voor onderzoek of te nemen maatregelen bij schade dekken.

*   De begroting van de Opdrachtgeversunit Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Utrecht dekt de kosten voor de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Deze zijn opgenomen in de dienstverleningsovereenkomst met de RUD. Van kosten voor overhead is hierdoor geen sprake.
**   Omdat de kosten € 0 zijn, is een berekening van het percentage niet mogelijk.