Programma 1. Ruimtelijke ontwikkeling

Wat heeft het gekost?

Overzicht van baten en lasten naar kostensoort

Kostensoorten

Rekening 2022

Begroting 2023

Begroting 2023

Rekening 2023

Verschil

Primitief

Bijgesteld

Bedrag

a. Personeelslasten

8.829

11.399

11.183

11.145

38

b. Materiële lasten

3.309

8.214

4.615

5.539

-924

c. Subsidies

10.296

1.766

5.650

1.601

4.049

d. Kapitaallasten

1.221

-

1.233

1.282

-49

Totaal Lasten

23.655

21.379

22.681

19.567

3.114

Baten

9.954

1.262

2.621

1.769

-852

Totaal Baten

9.954

1.262

2.621

1.769

-852

Totaal voor bestemming

-13.701

-20.117

-20.060

-17.798

2.262

Mutaties in de reserves

Toevoegingen

6.741

6.000

8.579

10.372

-1.793

Onttrekkingen

4.474

780

2.069

2.068

-1

Totaal mutaties in de reserves

-2.267

-5.220

-6.510

-8.304

-1.794

Saldo na bestemming

-15.968

-25.337

-26.570

-26.102

468

Toelichting belangrijkste verschillen

Het positieve saldo na bestemming van € 0,5 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door:

- De lagere materiële lasten hebben onder betrekking op:

a. Een dotatie aan de Voorziening Hart van de Heuvelrug (€ 0,1 miljoen). Dit betreft het vormen van een voorziening voor het geprognosticeerde verlies op het deelproject
Sortie 16.
b. De lasten van de grondexploitaties worden in de begroting als resultaat opgenomen en in de jaarrekening als onderhanden werk onder voorraden verantwoord. De overboeking van de lasten naar de voorraden is in de bijgestelde begroting als negatieve last opgenomen maar in de jaarrekening als bate (€ 1,1 miljoen).

- Bij Versnelling Woningbouw is sprake van een onderbesteding van € 3,5 miljoen voor subsidies. Dit betreft voor ongeveer € 1,7 miljoen subsidies die niet meer in 2023 konden worden beschikt en zijn doorgeschoven naar 2024. Daarnaast werd bij de slotwijziging verwacht dat ongeveer de helft van de subsidieaanvragen in portefeuille voor Flexpool-middelen nog beschikt zou worden in 2023. Dat is niet gelukt door langer lopende procedures (€ 1,7 miljoen). Dit laatste leidt eveneens tot een lagere bijdrage (bate) vanuit het Rijk van € 1,7 miljoen. Tenslotte is een aantal kleinere projecten door vertraging naar 2024 verschoven wat heeft geleid tot een aanvullende onderschrijding in 2023.

Voor een uitgebreide analyse van de afwijkingen van de verschillende beleidsprogramma’s verwijzen wij u naar hoofdstuk 4.6.1 van de jaarrekening. Een toelichting op de reserves is opgenomen in Bijlage 2 van de jaarrekening.

 

Deze pagina is gebouwd op 05/30/2024 06:56:46 met de export van 05/30/2024 06:42:02