Bij het uitzetten van overtollige middelen wordt de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden gevolgd. De rente kan volgens artikel 6 lid 3 Regeling Schatkistbankieren niet negatief zijn. In het eerste kwartaal 2023 liep de rente op van 1,9% naar 2,9%. In volgende kwartalen steeg de rente verder tot 3,9% eind 2023. Door de stijging van de rente op de overtollige middelen was de renteopbrengst in 2023 € 2,1 miljoen.
Renteschema: | Bedragen x € 1.000 | ||
---|---|---|---|
a. De externe rentelasten oer de korte en lange financiering | 0 | ||
b. De externe rentebaten (idem) | 2.090 | ||
Saldo rentelasten en baten | 2.097 | ||
c1. De rente die aan de grondexploitatie is doorberekend | 0 | ||
c2. De rente van projectfinanciering die is toegerekend | 0 | ||
c3. De rentebate van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (= projectfinanciering), die is toegerekend | 0 | ||
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | 0 | ||
d1. Rente over eigen vermogen | 0 | ||
d2. Rente over voorzieningen | 0 | ||
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | 0 | ||
e. De aan taakvelden toegerekende rente (rente omslag) | 0 | ||
f. Renteresultaat op het taakveld Treasury | 2.090 |
Toerekening rentelasten
Er staan geen vaste schulden en kasgeldleningen op de balans. Dit heeft als gevolg dat er geen externe rentelasten zijn, die omgeslagen moeten worden over de investeringen.