Het beleid voor weerstandsvermogen en risicobeheersing is verankerd in het beleidskader Integraal Risicomanagement 2020 en de kernnota Weerstandsvermogen en Risicobeheersing 2020.
Het beleidskader Integraal Risicomanagement 2020 geeft Provinciale Staten (PS) op strategisch niveau de kaders voor risicomanagement. Binnen deze strategische kaders geven Gedeputeerde Staten (GS) invulling aan risicomanagement met het uitvoeringskader Integraal Risicomanagement. Het uitvoeringskader vormt de leidraad voor het risicomanagement binnen de ambtelijke organisatie. Integraal risicomanagement gaat over het behalen van doelen door het effectief en kosten-efficiënt omgaan met onzekerheden, risico’s en kansen. Het biedt hiermee kansen op sturing en versterkt het doelgericht, doeltreffend en doelmatig werken vanuit respectievelijk PS, GS en de ambtelijke organisatie. De Kernnota Weerstandsvermogen en Risicobeheersing 2020 bevat de financiële uitgangspunten en richtlijnen die gelden voor het weerstandsvermogen en het beheersen van risico’s.
Wanneer geïdentificeerde risico’s zich daadwerkelijk voordoen, zal dit gevolgen hebben voor de financiële positie. Hiervoor gelden 3 uitgangspunten:
- Risico’s waarvan de incidentele financiële gevolgen minder dan € 100.000 bedragen, beschouwen we niet als materieel. Dit betekent dat de financiële gevolgen binnen de programmabudgetten moeten worden opgevangen.
- Voor zover de incidentele financiële gevolgen van een risico (= kans van optreden x de impact) gedekt zijn door de reserve weerstandsvermogen, wordt deze reserve aangewend om die financiële gevolgen te dekken. Dit gebeurt als de bedreiging werkelijk optreedt en het budget van het betreffende programma de last niet kan dekken.
- Mochten de financiële gevolgen van een risico groter zijn dan de beschikbare reserve weerstandsvermogen, dan doen we een beroep op de overige beschikbare weerstandscapaciteit (saldireserve).
Verder is het zo dat als een financieel risico een kans van optreden heeft van 50% of groter, het risico niet in het provinciaal risicomanagementsysteem wordt opgenomen. Het risico moet dan via regulier budget of een voorziening worden afgedekt. De reserve weerstandsvermogen biedt daarnaast geen dekking voor financiële gevolgen van het zich voordoen van risico’s die niet zijn opgenomen in het weerstandsvermogen.
Conform ons beleid kernnota Weerstandsvermogen en Risicobeheersing 2020 is de reserve weerstandsvermogen gehouden op het maximum van € 45 miljoen. Daarnaast is bij de bestemming van het jaarresultaat over 2023 een verlaging van de reserve weerstandsvermogen met € 3,2 miljoen voorgesteld, zodat de ratio weerstandsvermogen binnen de vastgestelde bandbreedte van 1,4 en 2,0 blijft.
Het grootste risico dat we in de begroting 2024 noemden, ging over het terugvallen van de reizigersopbrengsten in de concessie. In 2023 bleek de opbrengstontwikkeling bij beide vervoerders positief te zijn en hoger dan verwacht. Het bleek niet noodzakelijk om hiervoor een onttrekking te doen aan de reserve weerstandsvermogen.